Visie op de kleuterwerking

Instroom

Vanaf de leeftijd van 2,5 jaar kunnen kleuters instappen in de kleuterwerking. Zij moeten in het bezit zijn van een type 4, type 7, type 9 of een type 2 attest dat wordt uitgeschreven door een CLB.

Kleuters met volgende bijzonderheden kunnen dus worden opgevangen in Wilgenduin.

  • kleuters met een ernstige algemene ontwikkelingsachterstand al dan niet gecombineerd met
    • een lichte motorische beperking
    • ASS
    • ADHD
    • een taalstoornis
    • een ernstig sociaal-emotionele problematiek
  • kleuters met een spraak- en taalontwikkelingsstoornis
  • kleuters met een diagnose autisme

Wat de specifieke problemen zijn waarmee deze kleuters te maken hebben, verwijzen we naar de visies van type 7, type 9, type 2 en type 4.

Wat willen we bereiken ?

We willen er voor zorgen dat al onze kleuters zich veilig voelen en met veel plezier naar school komen zodat ze zich kunnen openstellen om nieuwe uitdagingen aan te gaan. We streven ernaar dat ze inzicht hebben in de dagstructuur en dat ze de dagelijkse klasrituelen kunnen uitvoeren.
We leren kleuters openstaan voor communicatie en leren hen een gepast communicatiesysteem hanteren om zich uit te drukken.
Sociale vaardigheden, die nodig zijn om de eigen identiteit te ontwikkelen en te leren functioneren in groep, worden ingeoefend. Ze oefenen in de aanwezigheid van andere leerlingen kunnen verdragen, in interactie kunnen gaan en hulp durven vragen als dit nodig blijkt (verbaal en of non-verbaal).
Kleuters die overstappen naar het basistype, type 9 of Type 7 moeten interesse tonen om te leren en hebben een basis van reken- en leesvoorwaarden aangeboden gekregen. Ze hoeven niet helemaal “startklaar” te zijn. Verwacht wordt dat zij een zekere werkhouding bezitten en dat zij ongeveer 20 minuten zelfstandig kunnen werken aan een taak op maat. Het kunnen volgen van een korte groepsactiviteit, dat eventueel visueel wordt ondersteund, wordt met hen ingeoefend.
We proberen een kleuter zindelijk te maken voor hij of zij de overstap naar de lagere school maakt. Alvorens een kleuter de overstap naar de lagere school kan maken, willen we meer zekerheid rond het intelligentieprofiel, diagnose en leervoorwaarden. Bij kleuters is een dynamische diagnose zeer belangrijk voor een goede oriëntatie: dit kan ook een heroriëntering of overkleuteren inhouden.

Hoe gaan we dit bereiken ?

De kleuterklassen bestaan uit maximum acht kinderen. Dit aantal wordt bewust laag gehouden om de kleuters de kans te geven zich maximaal te ontwikkelen. Wij creëren een veilige, voorspelbare omgeving en zorgen voor geborgenheid in de klas zodat ieder kind, elke dag graag naar school komt en zo openstaat om zich te ontwikkelen. De klasomgeving wordt zo prikkelarm mogelijk gehouden. Bij de groepsindeling houden we rekening met de eigenheid, de ontwikkeling en de noden van elk kind afzonderlijk. Het type van attest is minder belangrijk bij de groepssamenstelling.

In de dagelijkse klaspraktijk wordt er zoveel mogelijk vastgehouden aan vaste routines en bieden we de kinderen de structuur aan die ze nodig hebben om optimaal te kunnen functioneren.

Zorg-kleuterklas:

Bij de kleuters die functioneren op een jong ontwikkelingsniveau wordt de dagindeling gebaseerd op de individuele noden van de leerlingen en worden ze gestimuleerd om op hun eigen tempo te ontwikkelen, steeds met de nodige aandacht voor hun welbevinden. In deze klas(sen) primeert naast basisveiligheid en vertrouwen ook de zorg.
De kinderen leren communiceren op manieren die voor hen haalbaar zijn. We hebben oog voor de kleine stappen die onze leerlingen zetten om de voorwaarden tot communicatie te ontwikkelen. Veel activiteiten zijn erop gericht om communicatie uit te lokken en te stimuleren.
De kinderen leren door nabootsing, exploreren en experimenteren.


Kleuterklas:

Wanneer de kleuters er aan toe zijn, wordt er elke ochtend gestart met het onthaal en wordt ook de weer- en/of weekkalender besproken. Een klaspop wordt gebruikt om de spreekdrempel te verminderen.
Een dag wordt afgesloten met een terugblik op het verloop ervan. Het uiten van gevoelens staat tijdens deze terugblik iets meer centraal en visualiseren van het gesprek helpt de leerlingen bij het zichzelf uiten en vertellen. Een (individuele) daglijn, op maat van het kind (concreet materiaal, foto of picto niveau), draagt bij tot een verduidelijking van de dag. Bij plotse veranderingen in hun schema of bij conflicten wordt er vaak uitgetekend wat er gebeurd is en verwacht wordt.
We organiseren werkmomenten van 20 minuten om elk kind de kans te geven een individueel werkschema te volgen. Zo krijgt ieder kind een moment van individuele aandacht van de leerkracht bij wie hij/zij leerstof krijgt aangeboden en zal het op een later tijdstip de leerstof zelfstandig inoefenen aan zijn/haar werkbank of in één van de hoeken een activiteit uitvoeren. De opdrachten aan de individuele werkbank of werkhoek hebben als doel om “spelenderwijs te leren” en het zelfstandig werken op te bouwen.
Dagelijks trachten we 1 gezamenlijke activiteit aan te bieden. We laten de kinderen hun middagmaal nuttigen in de klas om op die manier extra aandacht te geven aan de zelfredzaamheid en de sociale vaardigheden. 1x per maand koken de kleuters. Het verwerken, kennismaken en proeven van de ingrediënten en keuzes leren maken staat centraal.
Daarnaast hebben we ook veel aandacht voor communicatie: kinderen worden gestimuleerd om zo veel mogelijk te communiceren. We trachten eerst een duidelijk beeld te krijgen van wat het kind begrijpt en reeds kan uiten. Op basis hiervan gaan we de communicatie vergemakkelijken door gebruik te maken van voorwerpen, foto’s, pictogrammen en/of SMOG.
Leerkrachten en therapeuten gebruiken standaard SMOG om verbale informatie visueel te ondersteunen met gebaren zodat meer kan worden begrepen. Deze gebaren helpen kleuters bij hun uitspraak en verstaanbaarheid.

Verder zijn er activiteiten zoals creativiteit, voorbereidend schrijven (Krullenbol), zingen, naar verhaaltjes luisteren, ervaren van sensopathisch materiaal, bewegen … Al onze activiteiten zijn gekoppeld aan het thema van de klas, dat aansluit bij de leefwereld van onze kleuters om zo de leerstof beter te laten beklijven. Ook de uitstappen en wekelijkse sherborne lessen zijn gekoppeld aan de thema’s. Ook worden er klasdoorbrekende activiteiten georganiseerd.

Er wordt voldoende aandacht besteed aan “rustmomenten”, die worden meestal gehouden in de snoezelruimte. Na de herfstvakantie gaan de kleuters om de 3 weken zwemmen en worden er watergewenningsoefeningen aangeleerd.
In de laatste maand van het schooljaar vindt er een integratiemoment plaats. De kleuters maken dan kennis met de afdeling van de lagere school waar zij de lessen zullen volgen.


Kleuterwerking:

Om elk kind de kans te geven zich te ontplooien volgens de eigen mogelijkheden worden de klasleerkrachten ondersteund door een logopedist, ergotherapeut/kinesist en een extra ondersteunende kleuterjuf.
De logopedist ondersteunt de klas en geeft enkele groepstrainingen zoals taaltherapie, hokus pokus, auditieve training en woordenschatuitbreiding. Hoofdzakelijk zijn de therapieën individueel gericht omdat het leereffect dan groter is. De ergotherapeut ondersteunt de klas en geeft, afhankelijk van de zorgvragen, de therapie individueel of in de klas. De lessen sherborne worden door hem/haar gegeven en ondersteund door de klasleerkracht.

Omdat een goede samenwerking met de ouders belangrijk is, leggen alle leerkrachten een communicatieschrift aan waarin alle bijzonderheden, problemen, opvallendheden van de dag (zowel thuis als op school) worden medegedeeld. Zo zijn ouders en therapeuten goed op de hoogte van het emotioneel welzijn van het kind.
Ouders worden 2 of 3x per schooljaar uitgenodigd op de klassenraad om samen met het team de zorgvragen van hun kind mee te bepalen en krijgen 3x de gelegenheid om de evolutie van hun kind te bespreken tijdens het oudercontact.
Ouders zijn ook welkom bij bepaalde activiteiten.